Mensenrecht nr 18 uit de Universele verklaring van de rechten van de mens (1948)
Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.
Mensenrechten commissie, commentaar 22 op artikel 18 (1993)
Artikel 18 beschermt godsdienstige, niet godsdienstige en atheïstisch overtuigingen, inclusief het recht om geen religie of geloof te hebben. De termen ‘religie’ en ‘geloof’ moeten ruim worden opgevat.
VN Speciale Rapporteur Vrijheid van Religie en Geloof, Heiner Bielefeldt, benadrukt dat:
“the term “freedom of religion or belief” is only a kind of short-hand. The full human right [Article 18 of the Universal Declaration] is ‘freedom of thought, conscience, religion or belief’.”